In ons eerstkomend nummer Gerardimontium nr. 284 (maart-april 2019) komen volgende onderwerpen aan bod:
“Dans” komt van het Franse ‘danse’ en kan een sport, een kunstvorm of een sociaal gebeuren zijn dat meestal duidt op lichaamsbeweging, niet zelden in combinatie met muziek. Dans kan een uiting zijn van emotionele of spirituele expressie, maar ook van sociale interactie. Vanaf het begin van de beschaving maakt dans een belangrijk deel uit van ceremonies, rituelen en verjaardagen. In deze bijdrage behandelen we dans louter als vrijetijdsbesteding, amusement voor jong en oud. We gaan na waar en wanneer Geraardsbergenaars de benen strekken tijdens de voorbije twee eeuwen. Gezien dans op zich geen zichtbare sporen nalaat, richten we ons in hoofdzaak naar de vele dansgelegenheden met vaak welklinkende namen. Hun grote aantal bevestigt dat dansen in onze contreien nooit onbelangrijk is geweest…
Het laatste deel in de reeks over de bevrijding van Geraardsbergen op 11 november 1918 gaat over de andere kant van de oorlog: de verliezers. Aan de hand van enkele documenten en archiefbronnen, vooral uit Beieren, kan een fragmentarisch maar relatief goed beeld geschept worden over de inzet van het Duitse Leger in en rond de Denderstad in de finale dagen van de Grote Oorlog. Een bijzondere rol is hierbij weggelegd voor de divisies van Generalkommando 55, die in de novembermaand rond de stad actief waren en zich opmaakten om een nieuwe frontlijn op te werpen om de Geallieerde pletwals te stoppen tot het voorjaar van 1919.
Zowat 60 jaar geleden was ik een prille tiener in het 3de leerjaar van de lagere school in het Sint-Catharinacollege te Geraardsbergen tijdens het schooljaar 1957-1958. Het officieel leerprogramma van de lagere school voorzag toen ook al in het geven van lessen Frans vanaf het 5de leerjaar, hoewel veel leerkrachten en ouders van mening waren dat het aanleren van de taal van Molière heel wat vroeger kon beginnen. Een persoonlijk initiatief daartoe werd genomen door de toenmalige directeur van het lager onderwijs Léonce Van Wijmeersch, in ons leerlingenjargon Piston genoemd. Zijn eigenaardige manier van lesgeven, of moet ik zeggen eigengereide, zal voor altijd in mijn langetermijngeheugen gegrift blijven en vormt het onderwerp van deze bijdrage. De observatie is tweeërlei: zij beschrijft zowel de kleine tiener die het lijdend voorwerp is van deze eigenzinnige vrije Franse les van 30 minuten als de ouder geworden observator die het geheel van de situatie tracht te omvatten.
Twee jachtvliegtuigen van de Amerikaanse luchtmacht kwamen op 31 Mei 1944 boven Geraardsbergen in een zwaar onweer terecht en botsten op mekaar , waarbij een piloot om het leven kwam en de andere gevangen genomen werd. Het waren twee Mustangs-P51 , die de opdracht hadden om een formatie Amerikaanse bommenwerpers te begeleiden en te beschermen tijdens hun raid boven Duitsland.
In deze rubriek worden de fusiegemeenten van Geraardsbergen belicht. Hoe zag het dorp er pakweg honderd jaar geleden uit en hoe vandaag? Aan de hand van een oude postkaart, vergeleken met een actuele foto, bekijken we welke metamorfose onze dorpen hebben ondergaan.
In ons eerstkomend nummer Gerardimontium nr. 283 (januari-februari 2019) komen volgende onderwerpen aan bod:
In de eerste helft van vorige eeuw werden in enkele Geraardsbergse deelgemeenten aanzienlijke hoeveelheden geneeskrachtige kruiden gekweekt. Vooral de zogenaamde “kalaminnekens”, valeriën en “angelieken” waren populair. Het was een kleinschalige maar arbeidsintensieve cultuur die veel zorg vroeg. De pluk gebeurde meestal tijdens de schoolvakanties, wanneer iedereen van het gezin kon helpen al dan niet bijgestaan door wat extra handen van familie of buren. De fleurige velden verdwenen ondertussen uit ons gezichtsveld. Hoog tijd voor een vernieuwde kennismaking.
In het vorige artikel over de bevrijding van Geraardsbergen lichtten we al een tipje van de sluier op: naast de Franse cavaleristen van de Generaal Lavigne-Delville bevonden zich op 11 november 1918 ook Britse troepen in onze streek. Naast enkele korte verwijzingen in de Franse verslagen zijn hiervoor ook schaarse lokale bronnen. Zo kunnen we in “Geraardsbergen tijdens Wereldoorlog 1914-18” een verhaal lezen over enkele Indische soldaten die veel bekijks hadden bij de lokale bevolking. In deze ooggetuigenverslagen wordt dus wel melding gemaakt van troepen uit het Britse Imperium, maar het lijkt erop dat deze pas na de wapenstilstand in de Oudenbergstad aankwamen. Omdat er op het eerste zicht in Geraardsbergen geen tastbare documenten achtergelaten werden door deze Britten, verliep de zoektocht iets moeilijker dan die naar de Fransen. Dit is het verhaal van het 19de Britse Korps van General Watts en hun aandeel in de bevrijding van Geraardsbergen.
Tijdens de late 19de-begin 20ste eeuw werd bij leemontginning op de Hunnegemkouter (Slachtveldeken) in Overboelare een Merovingisch grafveld aangetroffen (CAI-locatie 501706). Archeologie stond toen nog in haar kinderschoenen en de werklieden beperkten zich – zoals indertijd vaak het geval was – tot het inzamelen van de meest opvallende grafgiften. Deze kwamen in handen van de heer P. Van Cleemputte, eigenaar van het terrein. Later werd het grafmeubilair verdeeld in de familie.
Na verscheidene vermeldingen in archeologische publicaties werden deze vondsten uiteindelijk grondig gepubliceerd in 1991. Enige tijd later schonk de familie Van Cleemputte het grafmeubilair aan het toenmalige Provinciaal Archeologisch Museum van Oost-Vlaanderen in Zottegem-Velzeke (nu AVE, Archeocentrum Velzeke). Eerder waren ook al vondsten uit dit grafveld terechtgekomen in het Stedelijk Museum ’t Gasthuys in Aalst en in de Koninklijke Musea voor Kunst- en Geschiedenis te Brussel.
In het verhaal over de politieke geschiedenis van Overboelare aan de hand van het overzicht van de gemeenteraadsverkiezingen zijn we beland bij de periode voor de fusie van gemeenten. Blijft de lijst gemeentebelangen, een kartel van socialisten, liberalen en onafhankelijken, na de oorlog tweemaal de grootste groep dan moet ze in 1958 die plaats afstaan aan de CVP. De op til zijnde fusies bepaalt vanaf dan de verkiezingsthematiek.
Nadine Paduart brengt het Verloren Kosttorentje, in 1963 gesloopt voor de aanleg van een overdekt zwembad en parking van de meisjesschool ‘Maria-Jozef’ langs de Boelarestraat, opnieuw tot leven.
Geraardsbergen is een van de weinige steden waarvan het ontstaan gedocumenteerd is in archivalische bronnen.
Paradoxaal genoeg circuleren er verschillende hypotheses over de precieze omstandigheden van de stichting van de stad.
Was er een groot Boelare, dat werd opgesplitst door de komst van de stad? Wat was de geografische omschrijving van het allodium dat de graaf kocht? Was Gerald de heer van Hunnegem, of is hij veeleer een mythologische figuur? Welk deel van het allodium werd in leen gegeven aan de heer van Boelare? Bestond er al een nederzetting, Geraardsbergen genaamd, vóór de stichting van de stad? In deze bijdrage formuleren we antwoorden op deze historische vragen, We onderzoeken de 11de eeuwse nederzettingsstructuren in onze regio en proberen ze geografisch te reconstrueren.
Herinneringen uit onze kindertijd bieden ons wellicht een gekleurd of vertekend beeld van het buurtleven van toen, maar zijn nog vaak onze enige informatieve bron die het beeld en de sfeer kunnen opwekken van datgene dat allang verdwenen is.
Jacques De Ro noteerde zijn jeugdherinneringen over de Geuzenhoek te Overboelare in 2015, Lucien Van Schoors over de Vesten en Rik Van Damme over de Oudenaardsepoort in 2016.
Ditmaal beschrijft Norbert De Smet de ‘Gaas’, de buurt waar hij zijn jonge levensjaren heeft doorgebracht.
We zetten de artikelenreeks over de politieke geschiedenis van Overboelare verder. Met het verhaal van de opeenvolgende gemeenteraadsverkiezingen van 1895 tot 1921 zijn we beland bij de periode van het algemeen meervoudig stemrecht. De strijd tussen katholieken en liberalen woedt nu op alle fronten; er ontstaat zelfs een kleine schooloorlog.
Nadine Paduart brengt het Volkshuis, opgetrokken op de Markt in 1923 en gesloopt in 2005, opnieuw tot leven.
Naar aanleiding van het jubileum “950 jaar stadskeure” verschenen al een aantal bijdragen rond de stichting van de stad Geraardsbergen. Wat kunnen we daar nog aan toevoegen? Toch een en ander, zo stelden we vast naarmate ons onderzoek vorderde. De bronnen die het ontstaan van Geraardsbergen behandelen, blijken vatbaar te zijn voor verschillende interpretaties. Ons doel is niet om een “status quaestionis” (stand van het onderzoek) te presenteren met een overzicht van alle hypotheses. Wel zullen we bronnen uit verschillende disciplines herlezen en opnieuw interpreteren. We schenken ook ruim aandacht aan de context waarin de gebeurtenissen zich afspeelden. In onze eerste bijdrage behandelen we de directe aanleiding tot de stichting van Geraardsbergen: de annexatie van het gebied tussen Schelde en Dender door de graven van Vlaanderen.
Tijdens mijn genealogische opzoekingen vond ik een zeer verre neef, namelijk Joseph Lucas Rens, over wie in Geraardsbergen op het einde van de 18de eeuw werd verteld dat hij kapitein van de Huzaren was geweest. Ik wou dus iets meer vernemen over zijn loopbaan en de veldslagen die hij had meegemaakt. Dit was de aanleiding om een bezoek te brengen aan het kasteel van Vincennes in Parijs.
We vervolgen de artikelenreeks over de politieke geschiedenis van Overboelare. De katholieken behouden hun volstrekte meerderheid tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1869, 1872 en 1875, maar verliezen die door de buitengewone verkiezing van 1879. De electie van 1887 zorgt voor een liberaal overwicht in het bestuur, drie jaar later zetelen alle liberale verkozenen op één katholiek na in de gemeenteraad. De buitengewone verkiezing van 1893 brengt rentenier Paul Van Cleemputte voor de eerste maal op het politieke forum.
De ontdekking van een geborduurde strook met vier religieuze scènes uit eind 17de- begin 18de eeuw in de pastorij van Idegem betekent een belangrijke aanwinst voor het kunstpatrimonium van de stad Geraardsbergen.
In deze rubriek worden de fusiegemeenten van Geraardsbergen belicht. Hoe zag het dorp er pakweg honderd jaar geleden uit en hoe vandaag? Aan de hand van een oude postkaart, vergeleken met een actuele foto, bekijken we welke metamorfose onze dorpen hebben ondergaan.
Previous