Gerardimontium vulgo GheertsbergheGerardimontium
Geraardsbergse vereniging voor lokale geschiedenis

Heerlijk helder

Het zal de meesten onder ons niet onopgemerkt voorbijgegaan zijn dat Radio 1 opnieuw een campagne heeft gelanceerd met het motto “heerlijk helder”. Hierbij wordt een oproep gedaan aan allen die het Nederlands gebruiken om zich zo duidelijk en eenvoudig mogelijk uit te drukken. Hiertegen kan moeilijk een bezwaar worden ingebracht, zeker wanneer het een boodschap betreft die moet worden overgebracht door de overheid aan de burger. Uiteraard dient elke administratie zich te bedienen van een zo eenvoudig mogelijke taal om elke welkdanige burger te bereiken. De overheid heeft inderdaad geen artistieke roeping en moet de lezer niet noodzakelijk bekoren. Ambtelijke taal, voor zover niet absoluut noodzakelijk om misverstanden te vermijden, zal nooit de sympathie van de burger opwekken voor een overheid, die hem wijst op rechten en plichten. Naar aanleiding van voorbeelden die werden gegeven tijdens de radioprogramma’s, werd aangetoond dat onze taal gelukkig alle noodzakelijke termen bevat om klaar en duidelijk, zonder franjes, de burger wegwijs te maken in het administratieve kluwen.

Ik wil het dan zelfs nog niet eens hebben over de taalkundige draken die soms door de overheid naar de burger worden verzonden. Er kan soms echt nooit worden gehoopt dat deze laatste zelf de ware zin van het geschrift kan vinden en zodoende handelt in overeenstemming met hetgeen de nijvere ambtenaar bedoelde.

De rechtspraak heeft enkele jaren geleden, onder impuls van het Hof van Cassatie, haar oubollige taal laten varen. Hoewel praktisch voor de jurist die verknocht was aan de vaste structuur van de beslissing, was het soms bladzijden lange arrest voor de gewone rechtzoekende werkelijk onleesbaar geworden (voor zover het al ooit de bedoeling was dat het kon worden begrepen door de gewone burger). In de plaats daarvan drukt de magistraat zich nu uit in de directe rede en heldere taal. Het meest stugge bastion van de ambtelijke taal is dus gevallen onder de terechte druk van de rechtzoekende. Hopelijk sijpelt deze taalrevolutie door op alle echelons van de ambtenarij!

Anders is het gesteld met geschriften die niet louter tot doel hebben de lezers te informeren, maar ook de pretentie hebben hen aangenaam te onderhouden.

Ik wil me zeker geen voorstander tonen van het standpunt, indertijd ingenomen door mijn leraar Grieks, te weten dat het spijtig is een idee eenvoudig te verwoorden, wanneer het ook met iets meer moeite mogelijk is ze moeilijk te formuleren.

Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn zich systematisch in complexe termen uit te drukken, op straffe van kneuterig of belerend over te komen. Persoonlijk lijkt het me aangewezen een gezonde en evenwichtige afwisseling aan te houden: het is absurd eenvoudige zaken in ronkende termen te omschrijven. Daarentegen maakt het gebruik van een nietalledaagse doch correcte term van een begrip de tekst aantrekkelijk en interessant. Zo ook zal ik steeds een tekst of toespraak met een kunstige (en niet gekunstelde!) syntaxis steeds meer appreciëren. Zelfs indien het tijdperk van de Latijnse volzinnen met een schier oneindige reeks bijzinnen en werkwoorden definitief voorbij is, mag een literaire tekst of toespraak, ja zelfs een brief, al eens een onvoltooid deelwoord of vreemde term bevatten.

Briefwisseling met een rigide syntaxis verveelt na enkele lijnen, redevoeringen zonder woordspelingen of grammaticale spitsvondigheden verslappen de aandacht van de luisteraar en artikels of teksten zonder bruisende taal worden ongelezen weggelegd.

Taal is even levend als haar sprekers en gebruikers. Het is belangrijk onze taal voor alle aspecten van de samenleving op peil te houden. Er kan derhalve geen enkel bezwaar bestaan dat beoefenaars van wetenschappen onder elkaar moeilijke termen aanwenden wanneer zulks juist het bestuderen van hun vakgebied vergemakkelijkt. Doen we dit niet, dan zal de taal wegkwijnen als oninteressant voor deze gebruikers en naar alle waarschijnlijkheid vervangen worden door het Engels. Daarentegen dient een vulgariserende tekst van hetzelfde onderwerp zich te plaatsen op het niveau van de doelgroep. Deze wisselwerking zal de schrijvers en sprekers er toe dwingen de taal te kneden opdat zij zowel de specialisten in het vakgebied als de gewone lezer, kan dienen.

Vanwege uw nederige dienaar,

Filip van Trimpont,
voorzitter